Daan heeft een vriendje die heet Bas.
Bas is jarig en geeft een feestje.
Van zijn vader en moeder heeft hij twee muizen gekregen.
Daan wist dat Bas die muizen zou krijgen voor zijn verjaardag.
Daan heeft ook een cadeau voor Bas gekocht.
Het is een muizenboek waar Bas veel uit kan leren.
Daan vindt het lieve beesten maar zijn moeder echt helemaal niet. Zijn vader wel.
Hij heeft het cadeau mooi ingepakt en op zijn kamer neer gelegd.
Opeens hoort hij geritsel. Het inpakpapier is helemaal kapot.
Alle muizenplaatjes komen tot leven.
Alle muizen uit het boek lopen allemaal op de moeder Daan af.
Ze is met een emmer water bezig totdat ze de muizen ziet.
Ze gilt en krijst. Ze is bang en laat de emmer met water vallen.
Ze is helemaal nat, maar de muizen ook.
Een paar muizen gaan bijna dood, de anderen kunnen nog net ontsnappen.
Als Daan binnenkomt haalt hij onmiddellijk zijn vader. Want die is dierenarts.
Daan zegt; ‘Papa, mama heeft een bak met water omgegooid over de muizen, een paar muizen zijn er slecht aan toe.’
‘Welke muizen?’ vraagt papa.
‘O,’ zegt Daan, ‘die kwamen zomaar uit het boekje gekropen.
Een paar zijn er weer in gekropen maar sommigen zijn bijna dood.’
‘Opschieten Daan, pak mijn dierenartstas en kom naar de woonkamer. Jij bent mijn assistent? Jou hulp kan ik goed gebruiken.’ Daan en papa bekijken de zieke muizen.
Met een handdoek drogen ze de muizen af. Gelukkig komt het met alle muizen weer goed.
‘Nu moeten jullie weer terug in jullie muizenboek,’ zegt Daan tegen de muizen.
‘Anders geeft ik straks een muizenboek cadeau waar helemaal geen muizen in staan.’
Alle muisjes kruipen weer terug in het boek. Gelukkig maar.
Als Daan het boek cadeau geeft aan Bas zegt hij; ‘Veel plezier met het muizenboek, maar pas er goed op want voor je weet kruipen ze uit het boek.’
Bas snapt er niets van.
Nou ja, hij zal het vanzelf wel merken. Toch?