Olliver heeft een nieuw trucje bedacht. Het is een heel eng trucje. Olliver heeft iedereen op school er al mee laten schrikken. Nu is Ollie aan de beurt.
‘Ollie, zal ik mijn neus eens laten knakken?’ vraagt Olliver. Ollie kijkt Olliver met een verbaasd gezicht aan. ‘Dat kan niet, je neus zit vast aan je hoofd dus die kan je niet knakken,’ weet Ollie zeker. ‘Wellus,’ zegt Olliver en hij gaat aan de keukentafel zitten.
Met het puntje van zijn neus raakt hij de tafel aan. Ondertussen stopt hij zijn handen onder de tafel. Hij telt af ; ‘één, twee, drie,’ en kreunt heel hard. Dan hoort Ollie een hele harde knak. Ze schrikt zich een hoedje. Het kan dus toch je neus knakken… ‘Zit je neus nog vast?’ vraagt ze bezorgd aan Olliver. Je weet maar nooit. Zo meteen is Ollie’s neus eraf!
Olliver ligt op de grond te spartelen van het lachen. Hij komt niet meer bij. ‘Ja hoor, mij neus zit nog vast’. Dan laat hij Ollie zien dat hij het knakgeluid met zijn duim tegen de tafel maakte. Ollie wil het ook leren en nadat ze een paar keertjes heeft geoefend kan ze het ook.
Snel loopt ze naar mama toe; ‘Mam, ik kan mijn neus laten knakken, wil je het zien?’. Dat wil mama wel eens zien. Ollie doet het trucje. Precies zoals Olliver het haar geleerd heeft. Maar mama heeft het door. Ze trapt er mooi niet in. Wat een pech voor Ollie. Maar Ollie geeft de moed niet op.
Samen met Olliver loopt ze naar de buurvrouw. Wie weet… misschien trapt die er in.