Ik-wil-zo-graag-dag

Mama lag in bed en net als de wekker was ook zij nog niet wakker geworden. Ze lag nog fijn te dromen. Dat kon je goed zien, want alles aan haar gezicht bewoog. Dan trok ze haar wenkbrauwen naar beneden en dan weer omhoog. ‘Hie-hie,’ ze lacht in haar slaap fluisterde Pearl tegen haar grote zus Robin die ondertussen nog wat half slaperig naast haar ging staan.

‘Ik vind het jammer dat ik wakker ben geworden,’ zei Robin wat teleurgesteld. ‘Ik lag net zo lekker te dromen dat ik aan het spelen was met een heel lief wit wollig hondje. Mmmm, een babyhondje.’ En ze rekte zich uit. ‘Nou ik vind het niet jammer hoor dat ik wakker ben geworden,’ zei Pearl, ‘want ik heb namelijk een enorme honger en ik wil nu eindelijk wel eens wat te eten hebben.’ ‘Moet je maar beter je bord leeg eten ’s avonds Pearl dan word je ook niet wakker van de honger.’ ‘Echt niet!’ riep Pearl boos. ‘Ik eet heel vaak mijn bord leeg!’ En ze stond boos met haar handen in de zij.
‘Je snapt het niet he Robin? Je kan het toch wel aan me zien?’ ‘Wat dan,’ vroeg Robin. ‘Nou dat zie je toch wel aan me,’ zei Pearl. ‘Vanacht ben ik wel èèn meter gegroeid en daarom heb ik honger.’ ‘Ja hoor een meter groeien per nacht. Je weet niet eens hoe lang een meter is.’ ‘Ja wel hoor,’ zei Pearl en ze strekte zo ver ze kon haar armen uit. ‘En dat groei je elke nacht Pearl,’ vraagt Robin aan haar zusje. ‘Ja,’ zei Pearl, iedere nacht. Robin schudde haar hoofd. ‘Dat kan lekker niet. Waarom ben je dan kleiner dan mij, he,’ riep Robin. ‘Eigenwijs kind!’ ‘Nou,’ vertelde Pearl heel serieus, ‘omdat jij twee meter per nacht groeit en ook eerder bent geboren. Daarom ben jij groter en blijf je groter je hele leven lang.’ ‘Natuurlijk Pearl; aan het einde van dit jaar ben ik dertig en jij twintig meter lang en dan gaan we samen in een “wolkenkrabber wonen en dan noemen we ons de reuzenzusjes.’ Nu moest Pearl er ook wel om lachen.

‘Wel een leuke droom he Robin. Dromen over een babyhondje,’ sprak Pearl. ‘Ja,’ zei Robin, ‘maar wel jammer he dat wij geen huisdieren kunnen houden, omdat papa z’on last heeft van astma. Maar gelukkig hebben we nog een klein hamstertje,’ zei Pearl. ‘Jawel, maar het is toch niet zo echt als een hondje of en poesje,’ sprak Robin. ‘Met een hondje kun spelen en je kunt hem uitlaten en zo. Maar ja, z’on hamster ligt alleen maar te slapen als wij wakker zijn. En als wij dan naar bed moeten dan wil de hamster gaan spelen. Soms maakt hij me ook wel eens wakker hoor Pearl,’ zei Robin. ‘Dan gaat hij midden in nacht in zijn rad draaien en dan maakt hij een lawaai ! Echt niet normaal meer.’ ‘Nee,’ zei Robin, ‘je hebt er niets aan. Helemaal niets.’ ‘Dan verkopen we hem toch met Koninginnedag,’ sprak Pearl, ‘en dan vragen we er een tientje voor en dan kopen we voor jouw een hond en voor mij een lief klein poesje.’ ‘Een hond kost wel wat meer hoor Pearl.’ zei Robin tegen haar zusje. ‘Doen we onze spaarpotten er toch bij’ sprak Pearl met opgewonden stem. ‘Ja, was dat waar,’ fluisterde Robin verlangend.

Pearl hield haar hoofdje schuin en bedacht of ze mama wakker zou kussen of wakker zou schudden. Eerst maar even een kusje op mamma zachte wangen geven. Mama draaide zich heel langzaam om en voorzichtig kwamen er spleetjes in haar ogen. Moeder gaapte wat en opende haar ogen. Nog voor mama goedemorgen kon zeggen sprak Pearl heel vast besloten. ‘Mam wanneer gaat die astma van pap eens over, want Robin en ik die willen vandaag een hondje en poesje hebben.’ Ja knikte Robin en ging naast haar zusje staan. ‘Toe maar,’ zei moeder, ‘vandaag nog, ook goede morgen.’ ‘Goede morgen?’ riepen de meiden in koor en toonde hun allerliefste glimlach die er was. ‘Beginnen jullie er nu al weer over.’ zei mama. ‘We hebben het er al zo vaak over gehad, over die huisdieren van jullie. Ik krijg nu echt eens rookwolken uit mijn oren van jullie gezeur. Jullie weten toch ook dat papa gaat niezen en het benauwd krijgt als we een hond of een poes nemen. Die hamster van jullie kan eigenlijk ook al niet.’ ‘Nou,’ zei Pearl die hamster willen wel verkopen hoor, he Robin.’ ‘Ja en met wat spaarpottengeld van ons samen kunnen we een hondje en een poesje kopen,’ stelde Robin haar moeder voor.

‘Gaan jullie eerst maar eens die hamster opmaken. Dan zien we wel.’ ‘Oh mam,’ zei Robin met pretlichtjes in haar ogen en een knipoog naar haar zus. ‘Vandaag is het ik-wil-zo-graag-dag. Dat wist je misschien nog niet he?’ ‘Nee, inderdaad, maar het zal wel weer iets zijn wat jullie hebben verzonnen zeker,’ zei moeder enigszins lachend. ‘Dat geeft toch niet mam,’ zei Pearl. ‘Nee dat geeft ook niet,’ zei moeder. ‘Hupsakee meiden aankleden. Vort ! Ik zal wel kijken wat ik voor jullie kan doen op deze wonderlijke dag.’ ‘Yes,’ riep Pearl en danste. ‘Ik krijg een poesje, ik krijg een poesje.’ Even later pakte ze de handen van Robin die oorverdovend schreeuwde, ‘ik krijg een hondje een heel lief hondje!’

Even later liepen Robin en Pearl hand in hand met mama naar school. Pearl sprak de moeder van haar vriendinnetje aan en vertelde blij;’ eigenlijk moest ik eerst mijn hamster opmaken, maar mijn zus en ik krijgen toch nog vandaag een huisdier erbij. Mijn zus krijgt een hond en ik krijg een poesje.’ ‘Zo,’ sprak de moeder, ‘jullie worden verwend vandaag,’ en ze moest lachen. Robin en Pearl gaven een dikke kus aan hun mama. En moeder vroeg nog even snel; ‘welke kleur moeten ze zijn.’ ‘Nou, ik wil een gevlekte poes,’ zei Pearl. ‘En ik wil een wit hondje,’ riep Robin. ‘Goed! Tot vanmiddag dan,’ en moeder zwaaide haar dochters uit.

Aan het einde van de middag kwamen de meiden uit school gerent. Moeder drukte snel op de knopjes van de hond en de poes. Het hondje begon te blaffen en de poes te miauwen. Moeder wees naar de diertjes. ‘Kijk eens liefjes deze huisdieren eten uitsluitend batterijen en als ze deze uitgepoept hebben dan lever je ze weer in waar ze gekocht zijn. Hier heb ik ook voor elk nog een mandje waar in ze fijn kunnen slapen. En als je voor het slapen gaan het knopje uitzet, nou dan heb je vast een rustige nacht en droom je fijn over echte hondjes en poesjes.’ De meiden begrepen wel dat een echt huisdier voor dit moment niet kon en waren toch nog heel erg blij met hun mooie speelgoedhuisdieren.

Post navigation