Lindewiek – Ingebroken in de Kruimelwinkel – deel V

Terwijl de mieren verdrietig naar huis liepen hoorden ze plotseling iemand vrolijk zingen. Verbaast keken ze rond Toen zagen ze een bijtje dat op zijn rug lag te luieren op een bloemenstengel. “Falderie, ik hoef nooit meer honing te zoeken faldera. Nooit hoef ik meer te werken, falderie. Alleen domme bijen werken. Faldera”.

Onze mieren hielden halt. Nooit meer te werken? Het bestaat niet dat een bij geen honing meer hoeft te zoeken. Ze keken elkaar aan. De bij zong … Lees verder

Lindewiek – Ingebroken in de Kruimelwinkel – deel IV

Intussen waren de mieren op weg naar de Grote Zandweg. Maar daar aangekomen was er een gezoem in de grote bijenkorven. “Honing? Gestolen? Door ons?” De bijen vielen achterover van het lachen. “Hebben jullie gezien hoeveel honing wij hebben verzameld?”

De mieren werden rondgeleid langs enorme hoeveelheden honing. Nou het was duidelijk dat hier de inbreker niet gezocht hoefde te worden. De mieren vertrokken een beetje beschaamd. Toen gingen ze verder naar de buurt waar boer Bartjes woonde. Er hing … Lees verder

Lindewiek – Ingebroken in de Kruimelwinkel – deel II

Terwijl opa de telefoon pakte om de politie te bellen, liep Mierkus naar buiten om te vertellen dat alle potjes honing gestolen waren.

Wat schrokken ze. Druk praatten ze door elkaar. Wie had hun honing gestolen? En waarom? Ze konden toch gewoon de honing kopen? Je mag toch helemaal niet stelen! En nu is het slot van hun mooie deur ook nog stuk. Wat waren ze opgewonden. Nu hadden ze geen honing meer om te verkopen. Het was een ramp.… Lees verder

Lindewiek – Ingebroken in de Kruimelwinkel – deel I

Op een dag gebeurde er iets in Lindewiek. Iedereen weet nog wel dat er een Kruimelwinkel is in Lindewiek hè?. De Kruimelwinkel van Meneer Mierielja. Meneer Mierielja is de oudste zoon van Opa Mierielja. In de familie werd hij Mierkus genoemd, maar de klanten zeiden meneer Mierielja.

Op een ochtend was de familie druk bezig. Ze wasten zich en trokken hun kleren aan en gingen hun ontbijtje eten. De winkel moest open. Al vroeg kwamen er altijd mierenklanten uit de … Lees verder

De kabouterkoning is jarig

In Kabouterland was het feest. De kabouterkoning was jarig. Alle kabouters mochten op het feest komen. Dat was gezellig.

De koning gaf veel weg. Hij gaf dropjes, toffees en koek. Ook kregen ze lekkere priklimonade, rood, geel of groen. Iedereen mocht zelf uitkiezen, welke kleur hij wilde hebben.

Toen ze allemaal zaten te snoepen, kwam er ineens een klein meisje aanlopen. ‘O, kijk eens!’ riepen de kabouters. De koning keek ook naar het meisje.
‘Hoe heet jij? vroeg hij vriendelijk.… Lees verder

Mathilda

Ik ben een poes, een heel deftige poes. Ik heet Mathilda en ik ben de mooiste poes van de hele buurt. Ik heb een rode vacht, en als de zon erop schijnt, lijkt het net of ik van goud ben!

Mijn bazin, de oude mevrouw, is ook heel deftig. We wonen in het mooiste huis aan de gracht, en ik mag altijd op een zijden kussen in de vensterbank liggen. Dan kijk ik naar buiten, waar de poezen van hiernaast … Lees verder

Een gebroken been

Toen Dirk-Jan zes jaar werd, mocht hij van zijn ouders als cadeau een sport uitkiezen. Dirk-Jan hoefde niet lang na te denken. Hij koos voetbal!

Op een zaterdag bracht de moeder van Dirk-Jan hem naar het voetbalveld. Ze bleef ook nog even kijken want ze was heel benieuwd of Dirk-Jan het voetballen leuk zou vinden.

De trainer van het elftal kwam naar hen toe en gaf Dirk-Jan een hand. ‘Hallo Dirk-Jan, wat leuk dat je bij ons komt voetballen. We … Lees verder

Brechtje de ridder

Elke avond, voor het slapen gaan, vertelt mama een zelfbedacht verhaal. Dat vinden Brechtje en mama gezellig. Dan kruipt mama bij Brechtje op bed en dan vertelt ze, en dat kan mama heel goed. Vanavond gaat mama weer vertellen. Wat wil Brechtje horen? Een verhaaltje over ridders, dàt wil Brechtje. Mama vind het goed.

En ze begint te vertellen over een ridder die lang, lang geleden leefde in een koninkrijk hier ver vandaan. En die ridder heette Brechtje. Hé, was … Lees verder

Een brief voor opa

‘Mam,’ zegt Pim, ‘op de kalender staat dat op morgen jarig is!’ ‘Dat heb je goed gezien, hoor,’ zegt mamma. ‘Ik kan wel zien dat je al naar de grote school gaat.’ ‘Mam, heb je een pen en papier voor me? Dan ga ik een brief aan opa schrijven. Maar je mag me niet helpen!’ ‘Best hoor!’ lacht mamma.

Pim gaat achter pappa’s bureau zitten. Hij klemt zijn lippen stijf op elkaar. Ziezo, Nu zal hij eens een mooie, lange … Lees verder

Namaak opa en oma

Maaike en Tom logeren samen bij opa en oma. O, wat is het daar fijn! Oma gaat vaak met ze wandelen en winkelen, en soms gaan ze met oma in de tram.

Opa brengt mooie potloden mee en voorleesboekjes van school. Ja, want opa gaat elke dag op de fiets naar school. Natuurlijk zit opa niet zelf op school, maar hij is de baas van de hele school! Vanmiddag blijft opa thuis, want het is woensdag. Dan hebben de schoolkinderen … Lees verder

Posts navigation