Agent Jan drinkt zijn koffie op. Hij zet zijn mooie politiepet op, pakt de houten knuppel en gaat aan zijn ronde beginnen. Het is mooi weer, denkt agent Jan en hij zingt en liedje. Tralalalalala!
Dan ziet agent Jan iets op de grond liggen. Het is een portemonnee. Iemand is de portemonnee verloren. Dat is niet zo mooi. Zou er veel geld in zitten? Dat moet agent Jan weten want hij is van de politie. Misschien staat er wel een naam in. Maar als agent Jan de portemonnee wilt pakken gaat de portemonnee, hoepla, weg. Even verderop blijft het liggen. Daar snapt agent Jan helemaal niets van. Hij krabt zich onder de pet. Heeft de portemonnee pootjes gekregen? Of wil het niet gepakt worden? Hij gaat naar de portemonnee toe en wil het pakken maar weer loopt de portemonnee weg. En nog een keer. En nog een keer. Agent Jan probeert het keer op keer, maar steeds gaat de portemonnee weg. De portemonnee laat zich niet pakken.
Agent Jan krijgt het er warm van. Hij veegt met een zakdoek het zweet van zijn voorhoofd. Dan hoort hij iemand lachen. Achter de heg. Dan ziet hij ook de portemonnee bewegen. Nee maar! Dat is vast een kwajongensstreek! Agent Jan doet net of hij wegloopt, maar dan draait hij zich om en springt boven op de portemonnee. Hebbes! Roept hij. Dan ziet hij een touwtje aan de portemonnee. Dacht ik het niet! Zegt agent Jan. Hij voelt dat er iemand aan het touwtje trekt.
Dan hoort hij een stem achter de heg. Meneer! Wilt u van de portemonnee af gaan? Mooi niet! Zegt agent Jan boos. Ik heb wel wat beters te doen dan achter jouw portemonnee aan te vangen! Het was maar een grapje agent, zegt de jongen. De portemonnee is leeg. Maar agent Jan gelooft het niet. En hij wilt in de portemonnee kijken. Op dat moment trekt de jongen heel hard aan het touw. Zo hard dat agent Jan op de grond valt. Dekselse aap! Roept agent Jan. Maar het jongetje rent gauw weg. Agent Jan krabbelt overeind en gaat verder met zijn ronde.
Even later ziet hij weer een portemonnee op de grond liggen. Hij lacht. Ja ja, daar trap ik niet weer in. Hij wilt meteen naar de struiken gaan om de jongen te pakken als hij achter zich een stem hoort. Nee maar! Een portemonnee! Is dat boffen! Het is boer Piet. Hij heeft de portemonnee ook gevonden. Hij was met Klara de koe op weg naar de dierenarts. Daar staat agent Jan. Dat is een echte portemonnee. En hij dacht dat die jongen weer bezig was. Boer Piet ziet dat er heel veel geld in zit. Vast en zeker van een heel rijk iemand.
Op het politiebureau zien ze dat de portemonnee van meneer Pauw is. Hij is de directeur van het postkantoor. Hij was de portemonnee kwijt. En als beloning krijgt boer Piet honderd gulden! Tja, dat kan je wel doen als je veel geld hebt. En agent Jan? Die vindt zichzelf heel dom. Deze keer was het geen grapje. De volgende keer laat hij niet weer een portemonnee liggen.