Apie Brombeer kan niet slapen,
Apie wil nog niet naar bed,
Apie wil geen dromen dromen,
Apie wil alleen maar pret.
Hij wil lachen, hij wil spelen,
hij wil graag naar vriendje Maan.
Kijk ! hij ziet hem buiten zweven,
toe maar Apie, kom we gaan !
Heel even is de grote, gele maan
voor Apie Brombeers raam gezakt.
En wat doet die stoute Apie ?
Die heeft gauw zijn staart gepakt.
Kijk ! Apie zit achter het stuur
van de grote, gele maan.
Kijk ‘m vliegen, kijk ‘m zweven,
Apie Brombeer komt eraan.
Hij zweeft hoog boven de stad.
Hij ziet alle kinderen slapen.
Maar toch wil Apie niet naar bed,
al moet hij stiekem even gapen.
Maar vriendje maan wil wel gaan slapen,
want het zonnetje komt zo op,
Weltrusten Apie, zegt de maan
Ik haal je vanavond wel weer op.
Met een plof valt Apie Brombeer
van de grote, gele maan
in zijn warme, zachte bedje,
klaar om naar dromenland te gaan.
Slaap lekker, lieve, gekke Apie
slaap lekker, grote, gele maan.
Samen vlug naar dromenland,
kom maar Apie, kom we gaan !