Vind jij het ook zo leuk om bij opa en oma te logeren. Lotje wel, zij mag twee nachten bij haar opa en oma slapen. Ze heeft haar koffertje al klaarstaan. In het koffertje zit haar pyjama, tandenborstel, schone kleren en haar allerliefste knuffel Benny het Beertje. Om drie uur brengt mamma haar met de auto naar opa en oma. Het is een klein uur rijden, maar er is zoveel te zien onderweg, Lotje verveelt zich geen moment.
Als ze het erf oprijden staat oma hen al op te wachten en even later komt opa hen ook begroeten. Nadat mamma naar huis was gegaan, had Lotje met haar opa al heel wat nieuwe beestjes ontdekt om het huis. Ze had er zelfs honger van gekregen. Tijdens het avondeten zegt oma; ‘Ik moet je iets vertellen! ‘ ‘Wat dan,’ ‘vraagt Lotje en kijkt oma met haar olijke oogjes aan. ‘Zou je het leuk vinden om met oma op zolder te slapen,’ vraagt ze. ‘Ja,’ juicht Lotje. ‘Dan zijn we aan het kamperen.’ Ze spring van vreugde door de kamer. ‘Mooi dan doen we dat,’ zegt oma.
Eindelijk is het zover, Lotje heeft haar pyjama aan en loopt voor oma uit, met Benny in haar arm, de zoldertrap op. Oma had alles mooi klaargezet; het grote bed is opgemaakt, en op de plek waar Lotje komt te liggen ligt ook al een beertje op haar te wachten. Lotje springt in het grote bed en kruipt naast het beertje. Als ze hem even later oppakt roept ze verschrikt, ‘Oma dit beertje is blind. Hij heeft geen oogjes.’ ‘Ja, daarom noem ik hem Beertje Blind,’ zegt Oma. ‘Ik vind het zielig.’ Lotje drukt hem stijf tegen zich aan. Oma belooft dat als Lotje lief gaat slapen, ze morgen Beertje Blind zal opereren en za; proberen hem twee nieuwe oogjes te geven. Lotje kruipt snel onder de dekens met Beertje Blind en Benny dicht tegen haar aan. Oma geeft haar nog een dikke kus en belooft dat ze gauw naast haar komt liggen. Als ze de trap afdaalt roept ze nog dat Beertje Blind morgen misschien weer goed zal kunnen zien.
Op een gegeven moment: ‘Lotje`s ogen vallen bijna dicht’, roept Beertje Blind zachtjes. ‘Meisje, meisje hoe heet jij? .’ ‘Ik ben Lotje,’ fluistert Lotje zachtjes. ‘En jij dan, hoe heet jij.’ ‘Ik heb geen naam, jou oma noemt mij Beertje Blind, omdat ik niks zie.’ ‘Ik vind dat zielig voor jou.’ Lotje draait zich in haar slaap om en druk daarbij Benny en beertje Blind stevig tegen zich aan. ‘Nou heb ik gehoord dat jou oma mij wil opereren, mij nieuwe oogjes wil geven. Zou jij dan voor mij twee mooie oogjes willen uitzoeken?’ Beertje Blind steekt zijn beide pootjes uit en pakt Lotje bij haar neus en geeft haar een dikke knuffel. Ongemerkt wrijft Lotje zichzelf over haar neus.
De volgende morgen is Lotje al vroeg wakker, naast haar ligt oma nog lekker te slapen. Toch kan ze niet wachten en maakt oma wakker. Ze vertelt wat Beertje Blind haar heeft gevraagd. ‘Je hebt vast gedroomd,’ zegt oma lachend. ‘Maar,’ gaat ze verder, ‘we zullen kijken of we een paar mooie oogjes kunnen vinden. Laten we ons eerst maar wassen en aankleden, dan kunnen we beneden met opa een broodje eten.’
Eenmaal beneden had Lotje haar brood en haar beker Yogi zo op. Ze staat te popelen om een paar mooie oogjes uit te zoeken. Oma rommelt wat in een kast, en komt weer te voorschijn met een oud sigarendoosje. ‘Wat zit daar in?’ vraagt Lotje. Oma opent het doosje, er zitten allemaal mooie gekleurde knopen in van groot tot klein. ‘Als jij nu twee mooie knopen uitzoekt, dan zal ik Beertje Blind weer een paar oogjes geven.’ ‘O ja die zijn mooi,’ roept Lotje verheugd en begint in het doosje te zoeken naar een paar mooie oogjes voor Beertje Blind. Oma haalt nog wat naaispullen uit de kast en even later kan de operatie beginnen. Lotje heeft twee mooie bruine knoopjes gevonden met een iets lichter rondje er binnen in. Het lijken net twee echte berenogen. Oma kan vlug met naald en draad, want even later zit er al een oogje op de kop van Beertje Blind.
Dan hoort Lotje Benny praten. Ze kijkt verbaasd naar haar eigen beertje. ‘Kun je al wat zien Beertje Blind?’ vraagt hij. Lotje kijkt of oma het ook heeft gehoord maar daar lijk het niet op, oma is druk in de weer met het tweede oog. ‘Ja ik kan al wat zien,’ roept Beertje Blind terug. Ik ben nu niet meer blind,’ roept hij blij. ‘Meisje Lotje, kan jij straks ook een mooie nieuwe naam verzinnen?’ ‘Oma Beertje Blind vraagt of ik een nieuwe naam wil verzinnen,’ zegt Lotje tegen Oma. Oma kijkt haar verbaasd aan en zegt; ‘Lieve Lotje wat heb jij een fantasie, beertjes kunnen toch niet praten.’ ‘Wel hoor ik heb het zelf gehoord,’ zegt Lotje.
Als oma klaar is zet ze beide beertjes op de rand van de tafel. ‘Zo nu heeft Benny een vriendje en Beertje Blind kan weer zien,’ zegt oma. ‘Nu nog een nieuwe naam verzinnen,’ roept Lotje. ‘Ja, dat mag jij doen, je zei toch dat Beertje Blind het jou gevraagd heeft. Verzin maar een leuke naam voor hem.’ Terwijl oma de naaispullen opruimt zit Lotje te denken en te denken. Opeens roept ze ‘Beertje Bram!’ ‘Ja, dat is een stoere naam.’ roept Beertje Blind er gelijk achteraan. ‘Hoorde je hem oma,’ vraagt Lotje. Oma kijkt haar verbaasd aan en schudt van nee. Oma vindt Bram wel een mooie naam voor Beertje Blind. ‘Ga het opa maar vertellen dan kan oma even stofzuigen en andere dingetjes doen,’ zegt oma tegen Lotje. ‘Ja, ik ga het opa vertellen,’ roept ze blij.
En even later loopt ze met in elke arm een beertje over het erf naar de schuur. Lotje is zo blij met haar nieuwe berenvriendje en Benny natuurlijk ook. Als ze over het erf loopt praat ze honderd uit met haar twee vriendjes. En wie weet wat Lotje, Beertje Benny en Beertje Bram nog zullen beleven bij opa en oma. Beertje Blind is het aller vrolijkst van allemaal, want hij kan weer zien en hij heeft een naam. Beertje Bram.