Ollie en Olliver doen een spelletje. Ollie roept een letter en dan moet Olliver proberen zoveel mogelijk woorden te vinden die met die letter beginnen. Daarna mag Ollie raden.
Olliver kiest de letter B. Ollie moet nu proberen zoveel mogelijk woorden te vinden die met de letter B beginnen. Ollie denkt goed na. Dan zegt ze; ‘banaan, beer, boek, bril, broek, baviaan…..’. Ze weet er heleboel. Wel 20 woorden. Dat is veel. ‘Je hebt 20 woorden geraden Ollie. Ik had er straks meer want ik had 21 woorden,’ zegt Olliver. Het klinkt een beetje kinderachtig, maar Olliver heeft wel gelijk. Hij had inderdaad 21 woorden geraden. Terwijl Ollie er met de letter B 20 had geraden. Das eentje minder.
Ollie baalt. Olliver wil altijd winnen en het ergste is dat Olliver dat altijd aan iedereen moet vertellen. Daar kan Ollie niet zo goed tegen. Dan roept Ollie; ‘ Ik weet nog woord! Broodje poep!’ gilt ze. Olliver trekt een rare kop. ‘Nee Ollie dat is niet eerlijk. Je bent mooi te laat. Bovendien is broodje poep geen goed woord.’ ‘Wel waar,’ schreeuwt Ollie boos. ‘Dat woord is wel goed en het telt ook mee. Nu heb ik ook 21 woorden. We hebben dus mooi allebei gewonnen.’ Maar Olliver pikt het niet. Hij wil in z’n eentje winnen en niet samen met Ollie. Ze krijgen ruzie om het broodje poep en schreeuwen ‘wellus en nietus’ naar elkaar. He, wat jammer. Dat je om een spelletje ruzie krijgt. Flauw hoor.
Mama hoort het geschreeuw en grijpt in. ‘Het spelletje is over, naar buiten jullie.’ Buiten zeggen Ollie en Olliver eerst niets tegen elkaar.
Na een poosje zegt Olliver ‘Ollie, heb jij wel eens een broodje poep gegeten?’ ‘He bah, nee joh!’ roept Ollie en ze begint te giechelen. Ook Olliver moet lachen. Dan krijgen ze de slappe lach en kunnen ze niet meer ophouden. Gelukkig maar. Is het broodje poep toch nog ergens goed voor geweest.