Lotte gaat slapen. Het is al acht uur. Maar als Lotte net in bed ligt hoort ze een stemmetje ‘Lotte, Lotte, heb je misschien ook een koekje voor mij. Ik heb zo’n honger’. Lotte kijkt om zich heen maar ziet niets. Dan kijkt ze nog eens goed en ziet dat haar Teddybeer op het voeteneinde is gekropen.
‘Hoi Lotte, niet schrikken hoor. Ik kan praten. Alleen kinderen die dat echt willen, kunnen mij horen.’ Lotte is erg verbaasd. Ze heeft nog nooit een Teddybeer horen praten.
‘Ik heb zo’n zin een koekje. Heb jij er misschien eentje voor mij?’ vraagt de Teddybeer aan Lotte. ‘Dan moet ik even naar beneden, want daar liggen de koekjes,’ zegt Lotte zachtjes. En ze sluipt naar beneden om een koekje voor de Teddybeer te halen. ‘Hier, kijk eens een lekker koekje’ zegt Lotte. ‘Hummm,’ bromt de Teddybeer,’dat is inderdaad een lekker koekje.’ Hij smikkelt het koekje lekker op en geeft Lotte een dikke knuffel. ‘Dank je wel Lotte,’ zegt de Teddybeer.
‘Nu moet je lekker gaan slapen hoor Lotte. Het is al hartstikke laat,’ bromt de Teddybeer. Daar heeft de Teddybeer gelijk in. Het is ondertussen al half negen. Hoogste tijd!
‘Weet je wat,’ zegt de Teddybeer, ‘ik zing een slaapliedje voor jou en dan ga jij lekker slapen. Dan beloof ik dat ik morgenavond weer terugkom voor nog zo’n heerlijk koekje.’
Dan bromt de Teddybeer een slaapliedje voor Lotte. Tot morgen Teddybeer. Tot morgen Lotte.