Telkens als Broes gaat slapen, vertelt papa een verhaaltje en geeft hij Broes een dikke zoen. Dan moet Broes altijd lachen, want de snor van papa doet: ‘Kriebel, kriebel, kriebel’. ‘Slaap lekker!’ zegt papa en doet het licht uit. Alles is donker en Broes hoort de voetstappen van papa nog op de trap.
Broes valt in slaap en begint te dromen… Samen met papa stapt Broes door de straat. Opeens komt er om de hoek een grote hond. Hij springt naar papa en papa schrikt zo erg dat zijn snor pardoes op de grond valt. De grote hond ziet de snor en neemt hem mee. Daar staat papa nu zonder snor. ‘Dat is toch wel raar’, zegt Broes. ‘Nu ben je precies een andere papa!’ ‘Ik zou toch liever mijn snor terughebben’, zegt papa verdrietig. ‘Ik maak wel een nieuwe snor voor jou’, zegt Broes.
Als ze thuiskomen loopt Broes direct naar zijn kamer. Hij komt terug en zegt: ‘Met mijn stiften teken ik een nieuwe snor.’ En voorzichtig tekent hij onder de neus van papa een snor. ‘Kijk maar in de spiegel’, zegt Broes fier. Papa kijkt benieuwd in de spiegel. ‘Dat is een mooie snor’, zegt hij blij en geeft Broes een dikke zoen. Maar Broes moet niet lachen… ‘Jouw nieuwe snor kriebelt niet’, zegt hij teleurgesteld. ‘Ik maak een andere snor die wel kriebelt’, zegt Broes.
Hij gaat naar zijn kamer en komt terug met een bolletje rode wol, een schaar en lijm. Hij knipt korte stukjes van de wol, doet lijm onder de neus van papa en kleeft de stukjes wol er één voor één onder. ‘Kijk nu maar in de spiegel’, zegt Broes als hij klaar is. Papa kijkt weer in de spiegel. ‘Ja, dat is een mooiere snor’, zegt hij en geeft Broes een dikke zoen. ‘Nu kriebelt het wel!’ lacht Broes. Ondertussen komt mama binnen: ‘Wat een gekke, rode snor!’ en begint hard te lachen. Papa vindt het erg dat mama met zijn snor lacht. Broes vindt het ook erg en zegt tegen papa: ‘Ik maak wel een andere snor voor jou die mama wel mooi vindt.’
Deze keer gaat hij met de schaar naar buiten. Daar slaapt Flappie zijn hondje in zijn hok. Heel stilletjes sluipt hij ernaartoe en knipt voorzichtig stukjes haar af. Gelukkig wordt Flappie niet wakker. Als Broes genoeg haren heeft, gaat hij terug naar papa. De rode, wollen snor gaat er af en Broes kleeft de stukjes haar van de hond erop. ‘Kijk maar in de spiegel’, zegt Broes tevreden. ‘Nu heb je een snor die kriebelt en die mama mooi vindt.’ Papa kijkt eerst in de spiegel en dan naar mama. ‘Dat is een mooie snor!’ zegt ze en geeft papa een dikke zoen. Papa is er ook blij mee.
Zo blij dat hij… ‘Kriebel, kriebel, kriebel’, voelt Broes plots. Het is papa die hem wakker maakt. ‘Wat ben ik blij dat jij een snor hebt!’ zegt hij tegen papa. Papa begrijpt er niet veel van, maar jullie wel hé!