‘Kelly, stewardess worden is niet zo leuk als jij denkt’, zei Kelly’s vader vaak tegen haar. ‘Echt, je bent gewoon een serveerster in de lucht. Een stewardess brengt koffie en thee rond aan mensen die in een vliegtuig zitten. Wat is daar nu zo fijn aan?’
‘Een heleboel!’ riep Kelly dan boos. ‘Een stewardess legt aan mensen uit hoe alles in een vliegtuig werkt. Dat je je riem vast moet maken, en wat je moet doen als er in de lucht een ongeluk gebeurt. En je reist naar allemaal verre landen.’
Maar haar vader schudde zijn hoofd.
‘Vanaf het vliegveld ga je naar een hotel, en de volgende dag vlieg je terug. Lijkt je dat echt prettig?’
‘Als je iedere dag met dezelfde bus naar huis gaat, zie je niets van de wereld’, vond Kelly.
Wat haar vader ook zei, Kelly wilde nog steeds stewardess worden. Ze had al een paar keer gevlogen, en was helemaal niet ziek tijdens het vliegen. Zelfs niet toen ze in een paar luchtzakken terecht kwamen. Kelly wist niet precies wat het was, maar het zat in de wolken. Als je er doorheen vloog, leek het net of het vliegtuig wegzakte. Sommige mensen werden er een beetje misselijk van. Kelly gelukkig niet.
Natuurlijk lette ze altijd heel goed op wat de stewardessen aan boord allemaal deden. Dat was toch zeker veel meer dan koffie inschenken? Die vader van haar zei af en toe maar maffe dingen.
Op een dag ging Kelly met de rest van de klas naar een vliegveld. Samen met kinderen van een paar andere scholen mochten ze overal rondkijken, om zo van alles te leren over een luchthaven.
Kelly keek rond bij de speciale politie van het vliegveld, de douane. Daar lagen verboden dingen die slechte mensen in vliegtuigen bij zich hadden. De boeven waren betrapt door de douane, en naar de cel gebracht. Er lagen bijvoorbeeld nep Nintendo-spelletjes.
Het bezoek aan de douane was heel bijzonder, maar het mooiste moest nog komen: de klas ging een rondvlucht boven de stad maken! Iedereen vond het spannend. Sommige kinderen waren best een beetje bang, want ze gingen voor de eerste keer vliegen!
Natuurlijk was Kelly niet zenuwachtig. Waarom zou ze?
Toen het vliegtuig opsteeg, stopte Kelly een stukje kauwgum in haar mond. Als je op iets kauwde tijdens het opstijgen en dalen, dan klapten je oren niet dicht.
Ze genoot van het vliegen, en van alles wat ze zag. De huizen beneden werden steeds kleiner. Het leken wel poppenhuizen!
Maar na tien minuten kreeg Kelly het plotseling een beetje benauwd. Haar hoofd voelde zo raar licht aan, en ze werd misselijk.
Hoe moet dat nu? dacht ze geschrokken. Een stewardess mocht toch niet ziek worden in de lucht? Dan werd ze vast ontslagen! Nu kon ze dus geen stewardess worden. Haar droom viel in de duizend stukjes. Kelly wist zich geen raad, en begon zachtjes te huilen. Gelukkig kwam er meteen een echte stewardess naar haar toe.
‘Is er iets? Voel je je niet goed?’ vroeg ze heel lief.
‘Ik ben zo misselijk’, huilde Kelly.
‘Kom maar mee’, zei de stewardess.
Ze liepen samen naar achteren. Daar stond een speciale stoel voor mensen die misselijk waren.
‘Buig je hoofd voorzichtig naar voren, en haal diep adem. Hier heb je een beetje cola. Dat kan geen kwaad als je misselijk bent.’
De cola zat in een plastic bekertje. Haar handen beefden verschrikkelijk, en ze liet alles bijna uit haar handen vallen.
‘Nu mag ik geen stewardess worden’, snikte ze tussen twee slokjes door. ‘Ik snap het niet. Als ik met mijn ouders op vakantie ga, ben ik nooit ziek in het vliegtuig.’
De stewardess begon te lachen.
‘Maak je maar geen zorgen, hoor. Als je een lange vliegreis maakt, vlieg je in een rechte lijn. Weet je waar je ziek van bent? Van al die bochten. Je vliegt nu immers in een grote cirkel. Zal ik je een geheim verklappen? Ik ben ook weleens ziek in de lucht.’
Kelly keek haar met grote ogen aan.
‘Echt waar?’ vroeg ze verbaasd.
De stewardess knikte. Het was echt waar.
‘Dus ik kan nog steeds stewardess worden?’
‘Ja, hoor. Je hoeft heus niet bezorgd te zijn.’
Niet lang daarna ging het vliegtuig dalen. Kelly pakte meteen een kauwgumpje, en bleef keurig kauwen totdat ze geland waren. Deze keer vond ze het heel fijn om weer op de grond te zijn! Misselijk of niet, ze had onderweg veel geleerd. Maar een ding wist Kelly zeker: ze vertelde dit lekker niet aan haar vader.