Katinka en Boris worden heel vroeg wakker. Ze gaan snel naar beneden. Hun schoenen staan er nog. Maar de wortel is weg. En hun tekeningen ook. En het schaaltje water is leeg. Sinterklaas is geweest! Er liggen cadeautjes. Boris heeft een autootje gekregen. En Katinka een puzzel. En allebei hebben ze een netje met gouden munten. Gelukkig zijn ze niet echt, maar van chocolade. Boris en Katinka eten al hun muntjes op
‘We zijn wel verwend,’ zegt Katinka. ‘Ja,’ zegt mama. ‘Jullie zijn heel erg verwend.’ ‘Vanavond ga ik weer mijn schoen zetten,’ zegt Katinka. ‘Dan krijg ik nog meer!’ ‘Dat kan niet,’ zegt mama. ‘Vanavond gaat zwarte piet naar andere kinderen. Hij komt niet iedere avond.’
‘Dan ga ik zelf zwarte piet spelen,’ zegt Katinka. Ze pakt papier, lijm en viltstiften. Ze maakt een mooi cadeautje. ‘Wat zit erin?’ vraagt mama nieuwsgierig. ‘Dat zeg ik niet!’ Katinka pakt haar schoen. Ze zet haar zwartepietenmuts op en stopt het pakje in haar schoen. En ze doet de muts weer af. ‘Kijk eens, mama!’ roept Katinka. ‘Ik heb wat in mijn schoen gekregen! Een cadeautje!’
‘Wat zit erin?’ vraagt mama weer. Katinka maakt het cadeautje open. Er zitten walnoten en mandarijntjes in. ‘Heb jij die uit de fruitschaal gepakt?’ vraagt mama. ‘Zwarte piet heeft ze gepakt,’ zegt Katinka. ‘Leg ze dan maar terug,’ zegt mama. ‘Dat mag helemaal niet!’ ‘Maar ik heb ze in mijn schoen gekregen!’ roept Katinka. ‘Goed dan,’ zegt mama. Ze kraakt de noten en pelt de mandarijntjes. Katinka en Boris krijgen ieder de helft. Wat een lekkere cadeautjes.