Kuikentje Piep woont samen met papa haan, mama kip en al zijn broertjes en zusjes in het grote kippenhok van boer Teun. Kuikentje Piep en zijn broertjes en zusjes mogen soms met mama kip naar buiten. Dan rollebollen ze lekker in het zand. Mama kip haalt dan met haar bek de lekkerste regenwormen uit de grond. Maar de kuikentjes mogen nooit alleen naar buiten. ‘Veel te gevaarlijk !’, kakelt mama kip.
Kuikentje Piep is eigenlijk een klein ondeugend kuikentje. Hij heeft een slim plannetje bedacht. Straks als papa haan, mama kip en al de andere kuikentjes slapen, dan gaat hij er stiekem vandoor. Kuikentje Piep kan bijna niet wachten. Het lijkt vandaag wel of het heel lang duurt voor iedereen een middagdutje wil gaan doen. Maar eindelijk is het dan zover. Papa haan springt op zijn stok en mama kip roept al de kuikentjes, ook kuikentje Piep, bij elkaar. Het duurt niet lang voor iedereen in slaap is gevallen.
Heel voorzichtig kruipt kuikentje Piep onder de vleugels van mama kip uit. Hij moet het wel heel stilletjes doen, anders maakt hij misschien een van de andere kuikentjes wakker… oef het is gelukt. Kuikentje Piep loopt nu helemaal alleen door het grote kippenhok. Eigenlijk vindt hij het wel een beetje griezelig. Maar nu is het geen tijd om bang te zijn. Kuikentje Piep wilde zo graag eens alleen naar buiten en dit is nu zijn kans. Kuikentje Piep zoekt een klein gaatje in het kippenhok waardoor hij naar buiten kan. Hij hoeft niet lang te zoeken. Helemaal achteraan in het kippenhok ziet hij een klein gaatje. Het is juist groot genoeg om er door te kruipen. Heel rustig stapt hij er naar toe. Hij is bijna buiten, nu mag er zeker niemand wakker worden. Kuikentje Piep steekt zijn kopje door het gaatje, dan zijn lijfje, dan zijn ene pootje en als laatste zijn andere pootje.
Het is gelukt, het is gelukt, kuikentje Piep is buiten. Vrolijk huppelt hij door het zand richting het grote bruine hok. In dat grote bruine hok woont Bor de hond. Bor ligt voor zijn hok te rusten. Verbaasd kijkt hij op wanneer hij kuikentje Piep ziet . ‘Zo,zo, mijn klein kuikentje, wat doe jij hier zo alleen ?’ ‘Ik ben aan het wandelen.’, antwoordt kuikentje Piep heel gewoon, alsof er niets aan de hand is. Bor de hond vindt het allemaal maar vreemd, hij gelooft nooit dat mama kip één van haar kuikentjes alleen naar buiten laat gaan. ‘Ach,’,denkt Bor de hond, ‘ik zal maar niets meer vragen. Ik kan beter dat kleine kuikentje goed in de gaten houden.’ En dat doet hij dan ook. Terwijl kuikentje Piep de boerderij verder verkent, houdt Bor de hond op een afstand een oogje in het zeil.
Kuikentje Piep huppelt richting de wei waar Bella de koe van het malse gras staat te grazen. Kuikentje Piep schrikt wel van dat grote beest en zonder ook maar een seconde te blijven staan, rent kuikentje Piep vlug weg. Maar oh jee, kuikentje Piep kijkt niet waar hij loopt. Bor de hond wil nog roepen, maar het is al te laat. Kuikentje Piep valt in het water. ‘Help, help!!’, piept kuikentje Piep luid. Gelukkig heeft Bor de hond alles zien gebeuren. Zonder na te denken is hij in het water gesprongen om kuikentje Piep te redden. Met zijn grote bek haalt hij kuikentje Piep vlug uit het water. Hij schudt zijn kop heen en weer om al het water uit de veertjes van kuikentje Piep te schudden. Kuikentje Piep is Bor de hond heel erg dankbaar. Maar Bor de hond is eigenlijk een beetje boos. Als kuikentje Piep niet zo ondeugend was geweest en gewoon in het kippenhok was gebleven, dan was dit nooit gebeurd.
Bor de hond zet kuikentje Piep op zijn rug en zo wandelen ze samen terug naar het kippenhok. Voor de deur van het kippenhok lopen papa haan en mama kip nerveus heen en weer. De broertjes en zusjes van kuikentje Piep spelen rustig in het zand. Zij weten niet eens dat hun broertje is weggelopen. Tot ze Bor de hond zien met kuikentje Piep op zijn rug. ‘Kijk mama, kijk papa, kijk Piep zit op de rug van Bor, Piep zit op de rug van Bor’, piepen nu alle kuikentjes door elkaar. Mama kip is zo blij. Ze slaagt haar vleugels uit en rent naar kuikentje Piep om hem op te pakken. Dolgelukkig draaien ze in het rond.
Papa haan staat er rustig bij te kijken. ‘Ach,’, denkt hij, ‘ die ondeugende kuikentje Piep zal nu zijn lesje wel geleerd hebben.’