Er was eens een Nijlpaard en ze heette Nel. En Nel wilde een mannetjes-Nijlpaard om mee te ganzenborden, te korfballen, te brandblussen, te kantklossen, te bloemschikken, te skippy-ballen, te steengrillen, onder water te schaken, viool te spelen, te voetje vrijen, te vingerverven en uiteraard om mee spinazie te kotsen (een beetje een vies einde misschien, maar ja… als dat was wat Nel wou, dan heb ik daar ook niets over te zeggen).
Op een dag vond Nel dan eindelijk haar mannetje. Het was alleen geen nijlpaard maar een schaap: Jan-alleman-het-schaap-van-den-heuvel. Op een zeer zonnige dag dacht Jan-alleman-het-schaap-van-den-heuvel: Mèèh, mèhèhè, mèhhèh, mèèèèèèèèhèèèh! Ja, dat dacht hij. En raar genoeg was Nel het helemaal met hem eens. Zo hebben ze elkaar dus gevonden. Toen kwam opeens helemaal uit het niets, zomaar van boven, Ruud de Spillepuut. Ruud de spillepuut kon in allelei dieren veranderen. Als hij een eekhoorn wou zijn, veranderde hij in een eekhoorn. Als hij een schilpad wou zijn, veranderde hij in een schildpad. Als hij een giraffe wou zijn, veranderde hij in een giraffe. Maar natuurlijk niet zomaar! Hij moest dan eerst zeventien keer: ‘Ploeté Riké Silambé’ roepen, daarna moest hij drie klappen op zijn kont geven, vervolgens moest hij flink met zijn hoofd schudden en tenslotte moest hij vijf zandkorrels eten. ‘… Ploeté Riké Silambé… ploeté Riké Silambé… klatch klatch klatch… ffrrrpfffrfrfrrrr… knars knars knars…’ en Ruud de Spillepuut veranderde zoals hij wenste in een kangoeroe.
Ruud de Spillepuut sprong door het oerwoud en had vreselijke behoefte om te dansen. Opeens zag hij Nel de nijlpaardin flamingo dansen met Jan-alleman-het-schaap-van-den-heuvel. Hij vond dat Nel en Jan fraaie bewegingen maakten maar was ervan overtuigd dat hij het beter kon. Hij sprong naar ze toe en zei dat hij het veeeeeel beter kon. ‘Bewijs dat dan maar eens,’ zei Jan-alleman op een mèèèèèèèhèèèjerige toon. Ruud de Spillepuut zei zeventien keer: Ploeté Riké Silambé, sloeg drie keer op zijn eigen kont, schudde zijn hoofd en at vijf zandkorrels op. Nel en Jan keken elkaar verbaasd aan want zó’n dans hadden zij niet eerder gezien.
Maar toen vernaderde Ruud de Spillepuut in een aap en ging hij gigantisch tekeer. Hij danste van alles: break-dance, boogy, tango, hip hop, salsa. Verbijsterd schouwden Jan en Nel de danskunst van Ruud aan. Daar konden zij natuurlijk niet aan tippen, alhoewel…. ‘Ploeté Riké Silambé… Ploeté Riké Silmanbé… klatch klatch klatch…fffrrrpfffrfrfrfrfrfrrrr… knars knars knars,’ bootste Jan-alleman-het-schaap-van-den-heuvel na en veranderde tragisch genoeg in een Gorilla. Bovendien werd hij nooit meer schaap. Maar twee dagen later ontmoettte hij een soortgenoot van ander geslacht, Bella, en zij werden ongelofelijk verliefd op elkaar en dansten en maakten babygorillaatjes en leefden… ra ra ra… erg lang en hèèèèèèèèèèèèèèèl gelukkig!!!!! Sanne de Bakker