Ollie kan niet wachten De moeder van Olliver heeft voor hem een mooie knikkerzak gemaakt. Al zijn knikkers passen er in en bovendien kan de zak goed dicht, zodat de knikkers er niet uit rollen.
Ollie wil ook zo’n knikkerzak. ‘Mam, toe maak je voor mij ook zo’n knikkerzak,’ zeurt Ollie ongeduldig. ‘Ja,’ zegt mamma, ‘Eerst nog even oma bellen, dan maak ik voor jou een knikkerzak.’ Maar Ollie is heel ongeduldig en wil niet wachten. Dan bedenk ik zelf wel wat, denkt Ollie. Ze pakt een papieren zak uit de keukenla en stopt al haar knikkers in de zak. Maar de zak scheurt en alle knikkers rollen op de grond. Dat wil dus niet.
‘Weet je wat,’ zegt Olliver, ‘Pak een washandje, dat is wat steviger.’ Dat lijkt Ollie een goed plan. Ze loopt naar de badkamer en pakt een vies washandje. De knikkers passen er precies in. ‘Zullen we nu gaan knikkeren?’ vraagt Olliver. En dat doen ze. Het is een spannend potje want Olliver en Ollie zijn allebei heel goed in knikkeren. Er blijven steeds meer kinderen staan om te kijken naar de spannende wedstrijd.
Opeens roept een van de kinderen ‘Getverderrie, een vies washandje. Nu zijn je knikkers zeker ook vies!’ Ollie is beledigd en graait snel al haar knikkers bij elkaar. Boos rent ze naar mamma toe. Maar mamma moet lachen. ‘Gekkie, je pakt toch ook geen vies washandje. Pak dan in ieder geval nog een schone. Nu niet meer zo ongeduldig. Wacht maar rustig af, dan maak ik een hele mooie knikkerzak voor je.’ En dat doet Ollie. Ze gaat rustig op de bank zitten en wacht net zo lang tot mamma klaar is. Het vieze washandje gooit ze in de wasmand want die heeft ze toch niet meer nodig.
Als mamma klaar is gaat Ollie snel weer naar buiten. Trots laat ze haar nieuwe knikkerzak zien. Het is de mooiste van de buurt.