De volgende morgen denkt Eske niet meer aan het vervelende gevoel. Ze gaan paardrijden.
Eske wil al heel lang op paardrijles. Het mag nooit, want haar moeder vindt het veel te duur. Irmgard heeft wel les. Ze kan het al heel goed. Irmgard zoekt voor Eske een rustig klein paard uit. Hij is heel lief. Alleen het erop komen is een beetje moeilijk. Jeroen geeft een zadel aan Eske en dan gaat het beter. Ze zet een voet in de stijgbeugel en zwaait haar been over de rug van het paard. Hupsekee, Eske zit er bovenop.
Alleen…. het hoofd van het paard zit aan de andere kant. Eske zit verkeerd. Als ze uitgelachen zijn, probeert ze het nog een keer. Nu zit ze goed. Het paardje heeft er wel zin in. Voor Eske de teugels te pakken heeft, gaat het paard ervan door. Gelukkig halen Irmgard en Jeroen haar op hun paard in. Irmgard pakt de teugels vast en het paard wordt rustig. Zo rijden ze met z’n drieën een tijdje stapvoets.
Eske begint haar bips wel te voelen. Je wordt best moe van dat zitten op een paard. Gelukkig hebben Irmgard en Jeroen er ook genoeg van. De paarden worden geborsteld en krijgen lekker haver. Het was een leuk dagje. Alleen voelt Eske zich, voor ze gaat slapen, helemaal niet fijn. Morgen zal het wel weer over zijn, denkt ze. Het lijkt of Irmgard nergens last van heeft.