Zomersproetjes

Jij hebt kleine zomersproetjes,
hier en daar op je snoetje.
Jij hebt diepblauwe ogen,
die boven je wipneusje staan.

En met je kleine brilletje,
Kijk je me zo snoezig aan.
Je hoofd staat vol met krullen,
die blinken in de zon.

Jij bent mijn lieve broertje,
Die ik zomaar verzin.
Jij bent een kleine peuter,
verweg in mama’s buik verscholen.

Wanneer kom je tevoorschijn voor mij?
Wanneer laat je je zien?
Kom je nog, toe, kom voor mij,
Of wacht je nog een jaar of tien ?

Post navigation